DMP Heusden heeft altijd extra aandacht en belangstelling voor de vrijwillige brandweer in de gemeente Heusden. De brandweer met haar vrijwilligers, materieel en haar kazernes vormen door de geschiedenis heen een pijler uit onze samenleving, echt iets gemeentelijks. Met de overdracht van de brandweerkazernes naar de regionale brandweer, iets wat al eerder besloten is, wordt het laatste stukje van de navelstreng tussen gemeente en vrijwilligers doorgeknipt. Maar niet voordat Ivan van Hemert (DMP Heusden), zelf oud-brandweercommandant, steun zocht voor een duidelijke opdracht aan de burgemeester om binnen de veiligheidsregio afspraken hierover te maken en een lans te breken voor de vrijwilligers van de Heusdense brandweer.

Zo mag de gemeente Heusden zelf gaan werken aan een plan voor een nieuwe brandweerkazerne in Drunen. Dat is woensdag 3 april 2019 afgesproken in de bestuursvergadering van de Veiligheidsregio Brabant Noord. Daarmee gaat een wens van de DMP Heusden in vervulling. DMP Heusden is voorstander om de grond en het gebouw zelf te houden, om op de locatie pal aan de rand van het centrum eventueel (huur)woningen te bouwen. Zelf kunnen we dan elders, bijvoorbeeld in het plan Dillenburg, een kazerne bouwen en die vervolgens overdragen aan de veiligheidsregio. Of een stuk grond zoeken en dat overdragen aan de Veiligheidsregio, die dan zelf een kazerne bouwen. Dit betekent dus dat de huidige locatie en de huidige kazerne van Drunen, in tegenstelling tot de kazernes in Heusden-vesting en Vlijmen, nu niet worden overgedragen aan de Veiligheidsregio. Bij de bouw van een nieuwe kazerne pleitte Ivan van Hemert er terecht voor dat een nieuwe kazerne niet alleen naar de wens van de gemeente en de Veiligheidsregio moet zijn, maar allereerst naar de wens van vrijwilligers. Zijn oproep was dan ook om de brandweervrijwilligers bij de bouw van de kazerne te betrekken. 

De gemeenten moeten bij de overdracht van de kazernes betalen voor eventueel achterstallig onderhoud. Voor de drie kazernes in Heusden gaat het om eenmalig ongeveer 185.000 euro. Dat bedrag is echter uit 2016 en moet dus geactualiseerd worden. De gemeente denkt overigens dat de kosten mogelijk lager liggen. 

Menu