Het college van de gemeente Heusden heeft op 16 augustus antwoorden gegeven op door DMP Heusden eerder gestelde vragen over de procedurewijziging binnen het project GOL (Gebiedsontwikkeling Oostelijke Lansgtraat). De provincie heeft namelijk besloten om mogelijk gebruik te maken van de coördinatieregeling voor de realisatie van dit project. DMP vroeg het college welke voor- en nadelen het gebruik van de coördinatieregeling heeft en waarom hierover niet is gecommuniceerd. Het college geeft aan dat de coördinatieregeling de procedure overzichtelijker, efficiënter en sneller maakt terwijl de inspraakmogelijkheden hetzelfde blijven.

Voor de realisatie van het project GOL zijn naast een Provinciaal Inpassingplan (PIP), ook diverse vergunningen nodig. Daarom wil de provincie graag gebruik maken van de coördinatieregeling uit de Wet ruimtelijke ordening. Deze regeling voorziet in het stroomlijnen van de procedures voor de vergunningen waardoor verschillende vergunningen, gelijktijdig en gebundeld met het PIP in procedure gaan. Door alles met elkaar te coördineren, kunnen inwoners nog steeds op alle onderdelen apart reageren, maar wordt de mogelijkheid voor die reacties geboden in één inspraakperiode en staat eenmaal beroep open bij de Raad van State. Deze beslist vervolgens op een beroep binnen 6 maanden. Alles wat met het project te maken heeft, komt zo overzichtelijk ter inzage terwijl de rechten op inspraak behouden blijven. Coördinatie, in plaats van alles apart, zorgt voor een snellere doorlooptijd van het project en maakt het proces transparant voor de inwoners. Belanghebbenden lopen nu niet de kans dat ze vergeten op een vergunning te reageren en daarmee hun rechten te verspelen. Hiermee ontstaat één overzichtelijke, samenhangende en transparantere procedure met een kortere doorlooptijd, aldus het college. 

Belanghebbenden worden via de nieuwsbrief en website (www.oostelijkelangstraat.nl) tijdig geïnformeerd wanneer er een inspraakreactie kan worden gegeven. Zoals gebruikelijk bij de GOL wordt voldoende ruimte genomen om inwoners gedurende de voorbereiding van het PIP en de vergunningen mee te nemen in het proces en tussentijds te informeren tijdens informatieavonden. Zo is iedereen voorafgaand aan de officiële inspraak tijdig geïnformeerd met voldoende ruimte om zich voor te bereiden op eventuele reacties. Binnen de provincie wordt nog gekeken naar meer ruimte voor inspraak. Wettelijk is de inspraaktermijn 6 weken conform afdeling 3.6 Algemene wet bestuursrecht. Er is toegezegd te kijken naar de maximale wettelijke mogelijkheden. Dat wordt nog verder uitgewerkt, maar is nu nog niet bekend.  

Tegelijk met het PIP en de milieueffectrapportage (MER) worden de volgende vergunningen aangevraagd en maken daarmee onderdeel uit van de totale procedure van het PIP:

  • natuurbeschermingswetvergunning;
  • ontheffing flora- en faunawet;
  • hogere grenswaarde geluid;
  • ontheffing (geluid)productieplafond;
  • ontrekking op- en afritten;
  • aanpassing projectplan HoWaBo.

De rest van de benodigde vergunningen volgt na vaststelling van het PIP. De aannemer die het plan gaat uitvoeren is hiervoor verantwoordelijk en heeft de keuze die vergunningen apart of ook gecoördineerd aan te vragen.

De planning blijft ongewijzigd en is als volgt. Voor de MER worden dit najaar de onderzoeken uitgevoerd. Wettelijk vooroverleg over het PIP met de gemeenteraden vindt medio 2017 plaats. Het ontwerp van het PIP (samen met de MER en de vergunningen) gaat in het najaar 2017 ter visie en wordt eind 2018 vastgesteld.

Hieronder de antwoorden van het college en de bijbehorende bijlagen. 

Antwoorden college
Bijlage 1 bij antwoorden, Statenvoorstel procedurewijziging GOL
Bijlage 2 bij antwoorden, Statenvoorstel bijlage advies coördinatie
Artikel Brabants Dagblad


 

Menu